NFV zet in op wetgeving in combinatie met zelfregulering

Er komt aanvullende wetgeving op het gebied van franchise. Zoveel is duidelijk voor de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV). Om die reden komt de belangenbehartiger met concrete voorstellen waarbij wetgeving wordt gecombineerd met zelfregulering. 

Dit alles werd duidelijk tijdens de algemene ledenvergadering (ALV) begin januari in hotel Bilderberg in Scheveningen. Het was meteen de eerste ledenvergadering onder leiding van de nieuwbakken voorzitter Boris van der Ham. “Mijn eerste indruk van de sector is goed”, zei Van der Ham meteen aan het begin van de drukbezochte bijeenkomst. “De diversiteit is enorm en er liggen mooie kansen voor franchise in het algemeen. Maar natuurlijk zijn er ook dilemma’s.” En één van die dilemma’s is franchisewetgeving. Van der Ham: “Kijk, zelfregulering heeft onze voorkeur. Maar wij kunnen niet om de politieke realiteit heen, die voorziet in wetgeving in, in ieder geval, de precontractuele fase.”

Om die reden heeft de NFV volgens Van der Ham ook contact onderhouden met de verschillende franchisenemersbelangen. “Wij hebben hen een handreiking gedaan, wij zijn namelijk voorstander van een breed gedragen oplossing. Maar deze handreiking werd niet geaccepteerd, de franchisenemers houden vast aan een wettelijke verankering van de Nederlandse Franchise Code (NFC).” Zo ver lijkt het in de ogen van Van der Ham overigens niet te komen. “Het regeerakkoord heeft het alleen over de precontractuele fase. Dan zijn er verschillende opties om dat in te vullen en sommigen hoor je helaas bepleiten dat hoofdstuk 3 van de NFC tot wet moet worden verankerd.”

Dat laatste heeft niet de voorkeur van de NFV. “Wij pakken een actieve rol en zetten in op wetgeving op het vlak van de precontractuele fase”, aldus vicevoorzitter Willem Spierenburg. “Wij zijn groot voorstander van een breed toepasbare wet voor de hele franchisesector. De basis van het voorstel voor wetgeving voor de precontractuele fase van de NFV is dan ook terug te vinden in de Europese Erecode, de DFA Gedragscode Franchise, Nederlandse jurisprudentie, Europese wetgeving en hoofdstuk 3 van de NFC.”

9 punten aanpak 

Tijdens de ALV werd een mogelijke route gepresenteerd met concrete voorstellen en werd er gevraagd om onderhandelingsruimte en mandaat. De voorstellen zijn ingestoken middels een zogenoemde 9 punten aanpak. “Het begint allemaal met het scherp krijgen van de definities. Eenheid en zoveel mogelijk volgens de huidige definities, zoals die in de EU worden gehanteerd en zoals die in jurisprudentie voorkomen”, aldus Spierenburg. Punt twee is de selectie van franchisenemers in de precontractuele fase. “Het gaat erom dat alleen franchisenemers die bekwaam zijn worden aangesteld. Hoe? Door onder meer kritisch te kijken naar het juiste opleidingsniveau, de juiste persoonlijke kwaliteit en de juiste financiële middelen.”

Van belang is ook een goede invulling van een voorovereenkomst (punt drie). “Indien van toepassing, dan moeten hiervoor in onze ogen gedragsregels worden opgesteld met onder meer betrekking tot het doel ervan, de vergoedingen, de duur van de voorovereenkomst, beëindiging et cetera”, zei Spierenburg. In het vierde punt van de NFV-aanpak wordt gesproken over informatievoorziening. Hierin moet alle relevante informatie die partijen weten of behoren te weten voor de beoordeling van de samenwerking worden gevat in een precontractueel informatiedocument. Zaken als de franchiseovereenkomst, inclusief toelichting op relevante bepalingen, het handboek, financiële verplichtingen, andere verkoopkanalen et cetera.

Duidelijk en begrijpelijk

Punt vijf van de NFV-aanpak benoemd de franchiseovereenkomst. Duidelijk en begrijpelijk de rechten en plichten van de partijen vermelden. “Waar hebben we het dan over? Bijvoorbeeld de beschrijving van de formule, de te betalen vergoedingen, de duur van de overeenkomst, de e-commerce activiteiten, het gebruik van data et cetera”, legde Spierenburg uit. Punt zes wijst de franchisegever de franchisenemer op de mogelijkheid van bijstand door een adviseur. Aan de andere kant heeft de franchisenemer volgens punt zeven de eigen verantwoordelijkheid om de haalbaarheid van de exploitatie zelf te onderzoeken. En voorafgaand aan het definitief afsluiten van de overeenkomst is er een bezinningsperiode van veertien dagen, of zoveel korter als de partijen overeenkomen. Er mogen geen wijzigingen meer worden aangebracht in de contractstukken, zo staat vermeld in punt acht. Deze passage leidde tot vragen in de zaal. Want wat bijvoorbeeld te doen met vestigingen die door franchisenemers onderling worden uitgewisseld? Is er dan ook diezelfde bezinningsperiode? Het was voor Spierenburg reden om te benoemen dat de 9 punten aanpak van de NFV niet in beton is gegoten. “Wij gebruiken deze bijeenkomst om onze denkrichting te presenteren en mandaat te vragen hiervoor. Wij staan absoluut open voor suggesties.” In punt negen worden de algemene principes geschetst. Termen als redelijkheid, billijkheid en vertrouwelijkheid spelen de hoofdrol.

De 9 punten aanpak is bedoeld voor de precontractuele fase. Tijdens en na afloop van de franchiseovereenkomst volstaat zelfregulering, zo stelt de NFV. Met deze aanpak in combinatie met gedragsafspraken voor de fase tijdens en na de franchiseovereenkomst, denkt de NFV dat het recht doet aan franchise in de breedste vorm, bleek uit de woorden van Spierenburg. “Zelfregulering heeft onze voorkeur, maar het is ons wel duidelijk geworden dat wetgeving onontkoombaar is. Leden waren het hier unaniem mee eens en gaven mandaat op de actieve rol in wetgeving precontractueel en de 9 punten aanpak. Het bestuur zet deze route met aanpak in richting de politiek en andere betrokkenen. Zij zal haar leden tussentijds updaten en indien nodig bij elkaar roepen voor nader overleg.”

Lees meer over:
NFV
NFV
Franchise+ Franchiseplus
Redactie

De Nederlandse Franchise Vereniging is de overkoepelende belangenorganisatie voor franchising in Nederland.