Samen sterk bij Coop

Op de jaarlijkse eindejaarsbeurs half oktober treffen ondernemers, filiaalmanagers en medewerkers van Coop elkaar. Om te proeven van lekkernijen, kennis te maken met de nieuwste ontwikkelingen en om de stand van de coöperatieve formule te bespreken. Dat laatste zit wel goed, vertellen ondernemer Doede Simonides en manager John Uffing.    

Doede Simonides was in 1996 de jongste ondernemer van de toenmalige supermarktformule Codis. Als 25-jarige nam hij de voor zijn vrienden opmerkelijke stap om samen met zijn vrouw een buurtsuper te beginnen in het dorpje Marrum, hoog in Friesland. “Er was daar geen supermarkt. Ik had 500 gulden en een oud autootje als kapitaal. Maar de bank zag het wel zitten en Codis heeft ons ook gesteund.” Ervaring in het vak had hij vijf jaar lang opgedaan als medewerker van een vestiging van Codis in zijn woonplaats Stavoren. 

Een oude fietsenzaak werd omgetoverd tot supermarkt. Twee jaar later werd de winkel uitgeroepen tot buurtsuper van het jaar. Hij kwam veelvuldig in de media, had zijn mening klaar in een column in Distrifood en trad toe tot de Raad van Commissarissen van Codis.

Begin deze eeuw fuseerde Codis met een andere coöperatie, Coop. Simonides pionierde andermaal. Hij was de eerste die het aandurfde met het nieuwe concept voor buurtwinkels, Coop Compact. Met succes. “We dachten dat we al het maximale uit de markt haalden in een dorpje van 1.300 inwoners, maar we maakten toch weer een omzetsprong.”     

Prikkel

Maar de kleine winkel in Marrum was niet zo spannend meer. Op zoek naar een nieuwe prikkel vroeg hij om een nieuw vestigingspunt in een levendige omgeving in Friesland. Dat eerste lukte, alleen het werd een toeristische regio in Drenthe, bij het Nationaal Park Drents-Friese Wold. In het door campings omringde dorp Vledder bouwde hij in 2005 de vergane glorie van een C1000-winkel om tot een moderne Coop. Hij verdubbelde daarmee zijn winkeloppervlak naar duizend vierkante meter. “Alles wat ik in die tien jaar in Marrum had opgebouwd, stak ik erin. Dat is ondernemen en kansen zien.” 

Hij verhuisde met zijn gezin naar Vledder. “Als je een supermarkt met een buurtverzorgende functie hebt, moet je onderdeel van de gemeenschap zijn. Alleen dan kun je de maximale omzet uit je marktgebied halen.”

Ondernemer Simonides stelt vast dat Coop ‘grote kwaliteitsslagen heeft gemaakt de afgelopen zes tot zeven jaar’. “Er staat nu een formule die meetelt in Nederland. Ik hoef op verjaardagen niet meer uit te leggen wie Coop is.” Manager franchise, vastgoed en acquisitie, John Uffing, knikt: “Coop staat op de kaart, dat merken we aan alles.”

Droomwinkel

Twee jaar na de opening in Vledder maakte Simonides een volgende stap. Een vrijgekomen vestiging in Steenwijk zou hij er wel even bij doen. Dat viel tegen, het managen bleek een andere tak van sport. “Ik moest mijzelf teveel in tweeën delen en dat ging ten koste van de winkel in Vledder, die ook nog in opbouw was.” Op het hoofdkantoor trof hij begrip voor de situatie. “We zijn erover gaan praten en hebben de winkel teruggenomen”, zegt John Uffing. “Dat is kenmerkend voor de organisatie. Leuke dingen doen we samen, maar lastige zaken lossen we ook netjes samen op.”

Sinds 2011 is Doede Simonides voorzitter van de detaillistenvereniging. Een taak erbij, toch blijft de ambitie om een tweede vestiging te openen. Zijn droomwinkel telt 1.300 vierkante meter en biedt plek aan horeca, een drogisterij en een slijterij. Een totaalzaak.

Maar voorlopig richt hij zich helemaal op zijn winkel in Vledder. Hij wil er nog onderscheidender worden, om klanten uit omliggende plaatsen te trekken. Vooral door een uitmuntende service, dat probeert hij er bij zijn personeel in te hameren. “Het moet voor de klanten voelen als thuiskomen.”  

John Uffing

‘Grotere naamsbekendheid’

De eindejaarsbeurs is een ontspannende gebeurtenis, maar ook de uitgekiende gelegenheid om informatie en kennis uit te wisselen, weet John Uffing. “Mensen van het servicekantoor, filiaalmanagers en ondernemers. Alles zit hier bij elkaar. We bestendigen zo het saamhorigheidsgevoel.” Hij kijkt terug op een goed jaar. “We groeien in aantal vestigingen en presteren daarnaast in de bestaande winkels beter dan de markt. Mede daardoor zien we de interesse van kandidaat-ondernemers toenemen.” 

De grotere naamsbekendheid heeft sterk bijgedragen aan de huidige groei, denkt hij. “Het was een langgekoesterde wens om de naamsbekendheid te verhogen door landelijke televisiereclame. Daar zijn we op 1 januari dit jaar mee gestart en de resultaten zijn zeer positief.”

Ook nieuw zijn de vier adviesorganen van de organisatie (AGO’s) op de gebieden: condities, formule, supply chain en ICT, bestaande uit afgevaardigden van de ondernemers, de filialen en de organisatie (servicekantoor en distributiecentra). Uffing: “Het doel is om samen, met de drie verschillende invalshoeken, verbeteringen te bewerkstelligen. Zo kom je vanuit de winkelvloer tot beleid. En het helpt in het begrip voor elkaar. Dan begrijp je bepaalde keuzes beter. We smeden zo nog meer een eenheid. Tot dusverre werkt het uitermate positief.”

De coöperatieve geest is dus nog springlevend. Zo wordt ook de toekomst tegemoet getreden. Een nieuw conditiestelsel met voordelen voor ondernemers én organisatie is dit jaar geïmplementeerd. En ‘online’ is een groeiend kanaal dat ook gezamenlijk verder wordt ontwikkeld. “We zijn nu met de ondernemers in gesprek over een omnichannel-benadering, zodat consumenten op allerlei manieren hun boodschappen kunnen doen. Dat vraagt om investeringen, maar we willen wel mee.”