Zegt een Belg tegen zijn vrouw ....

Mensen zijn kuddedieren en daar kunnen we niets aan doen. Kuddes vormen zich rond de meest denkbare en ondenkbare dingen, klitten bij elkaar en staan heel wantrouwig tegenover alles wat van buitenaf komt. Dit fenomeen dateert uit de tijd toen we nog riskeerden bij het verlaten van onze grot door een beer opgegeten te worden, het vuur dag en nacht bewaakt moest worden en sociale fenomenen als taal en geld nog niet bestonden.
Die omstandigheden zijn ondertussen wel veranderd en bijna alles wat we doen heeft een sociaal tintje. Voor alles hebben we wel een kudde: gezin, familie, werk, sport, reizen, hobby, spel, game, fotodelen, onzindelen (Twitter), politiek, buurt, en ga zo maar door. Maar onze groepsmechanismen zitten nog steeds heel diep in onze hersenen verankerd.
Mijn hersenen draaien dan ook overuren in het rijmen van oerinstincten met de ratio van mijn alledag. Het leven is één groot gevecht tegen afkeuring, vooroordelen, misprijzen, racisme en discriminatie. Tegelijk ben ik even naarstig als voortdurend op zoek naar groepjes, kliekjes en kuddes waar ik mijn voordeel mee kan doen. En worstel ik met politieke vraagstukken als: ga ik in de groep op of ga ik mij proberen te onderscheiden?

Nederlanders zijn niet welkom in België omdat ze allemaal een te grote mond op zetten en Belgen zijn zo knuffelbaar Bourgondisch. Terwijl ik mij vaak rot schaam voor mijn Antwerpse stadsgenoten wanneer ze weer eens een Nederlander de rug toekeren, heb ik als Belg in Nederland hoegenaamd geen gebrek aan belangstelling. Het probleem is echter dat “Hé, leuk, een Belg!” misschien wel goed bedoeld is, maar tegelijk toch ook aangeeft: je hoort niet echt bij onze kudde. Ooit heb ik aan de bar van mijn stamkroeg wel eens verzucht: ik wou dat ik Surinamer was, dan kreeg ik andere grappen te horen. Tegelijk vormt mijn accent echter een belangrijk onderdeel van mijn verdienmodel als spreker. Het is elke dag dansen op een koord dat ik zelf gespannen heb. En dan ben ik nog een man. Veel traditionele kuddes zijn mannensoosjes. Historisch zo gegroeid en een prachtig voorbeeld van de filosofische term ‘contingent’: het is zo, maar het had net zo goed anders kunnen zijn. Ondersteund met vooroordelen, stereotypes en flauwe grappen. Het is een dagtaak voor de actieve vrouw: aansluiten of niet? Eigen clubjes of niet? Onderscheiden of meedoen?

Uiteindelijk allemaal niet-productieve onzin maar onvermijdelijk. Een uitnodiging aan ieder van ons om onze eigen, persoonlijke mix te ontwikkelen. Wie daar een formule voor zou kunnen ontwikkelen: ik ben uw eerste franchisenemer!

Guido Thys, bedrijfsverloskundige (helpt bij het ter wereld brengen van waarde)
Reacties: guido@nextnext.nl 

+