Niet gerealiseerde prognoses op voorhand misleidend?

De revolutie in franchiseverhoudingen als gevolg van de Wet Acquisitiefraude verdient de nodige (nadere) aandacht. Als de door de franchisegever afgegeven prognose niet uitkomt, dient de franchisegever te bewijzen dat de prognose gebaseerd is op volledige en juiste uitgangspunten. Slaagt de franchisegever hier niet in, dan staat de misleiding door de franchisegever vast.

Het voorgaande volgt uit de recente Wet Acquisitiefraude. De Minister heeft onder andere bij de beantwoording van Kamervragen over de aanpak van frauderende franchisegevers aangegeven dat de nieuwe Wet Acquisitiefraude van toepassing kan zijn bij prognosekwesties in franchiseverhoudingen. Ook de initiatiefnemers tot die wet zien dit zo. 

Acquisitiefraude

Het probleem bij acquisitie is dat er soms gebruik gemaakt wordt van sluwe verkooptrucjes. Te denken valt aan het winnen van vertrouwen met zalvende woorden, of het geveinsd wekken van hoge verwachtingen. Dit gebeurt dan vaak mondeling en wijkt af van de schriftelijke stukken en het contract. Voorbeelden zijn: spookfacturen, vals gebruik van bekende merken en ongevraagd geleverde diensten of producten. Het is dan uitermate lastig om achteraf te bewijzen dat men er ingeluisd is. De Wet Acquisitiefraude bepaalt dat in dergelijke gevallen van misleiding de bewijslast omgedraaid wordt. Zoals aangegeven, kan hieronder ook de situatie geschaard worden waarbij franchisenemers geworven wordt met een ondeugdelijke prognose.

Het doel van de nieuwe wet is onder meer het bevorderen dat franchisenemers eerder en makkelijker tegen franchisegevers zouden kunnen procederen. Deze handreiking wordt geboden door een bewijslastomkering. Dit is een krachtig juridisch instrument.

Bewijslastomkering

Een franchisenemer lijkt te kunnen volstaan met de stelling dat de afgegeven prognose misleidend is omdat de prognose, waarvan uitgegaan is, niet uitkomt en daar geen redelijk aanwijsbare oorzaak voor is. De franchisegever zal moeten aantonen hoe zij tot het geprognosticeerde gekomen is en dat de gebruikte methode, uitgangspunten en berekening ook deugdelijk zijn. Daarbij kan bijvoorbeeld het volgende aan de orde komen:

  • Is informatie over vergelijkbare franchisewinkels gebruikt en welke zijn dat?
  • Is er voldoende rekening gehouden met (mogelijke) concurrentiemutaties?
  • Is er rekening gehouden met specifieke plaatselijke omstandigheden, zoals betaald parkeren, samenstelling van de bevolking en bereikbaarheid?
  • Heeft de franchisegever wel de beloofde bijstand en advies verstrekt?

De relatief makkelijke juridische ingang van de bewijslastomkering benadrukt meer dan voorheen dat de prognose moet ‘kloppen’. Franchisenemers hebben met de Wet Acquisitiefraude een krachtig instrument om de franchisegever tot verantwoording te roepen.

mr. Alex W. Dolphijn
Ludwig & Van Dam advocaten

Ludwig & Van Dam franchise advocaten is een geheel in franchise- en andere samenwerkingsverbanden gespecialiseerd advocatenkantoor en marktleider sinds 1996 in zijn soort in Nederland.

Stel je vraag aan Mr A.W. Dolphijn
CAPTCHA