Franchiseformule stopt: mogelijkheden franchisenemers

Het stoppen van een franchiseformule heeft veelal grote gevolgen voor franchisenemers. Een gerechtvaardigde vraag is dan ook, mag een franchisegever een formule (zomaar) staken? En zo ja, wat zijn de mogelijkheden voor de franchisenemers? Dienen zij met leden ogen toe te zien hoe een formule wordt afgebouwd? Of kunnen zij reeds eerder in actie komen?

Alhoewel het beantwoorden van deze vragen altijd afhankelijk zal zijn van de feiten en omstandigheden van het geval, is het wel mogelijk om een aantal van deze omstandigheden te duiden aan de hand van concrete voorbeelden uit de rechtspraak. Dit vanuit zowel het oogpunt en de belangen van de franchisegever, alsook vanuit de franchisenemers. 

Hieronder worden een tweetal voorbeelden belicht van bouwmarkten die voornemens waren om hun formule (op termijn) te staken. In het ene geval bepaalde de rechter dat de bouwmarkt zelfs gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst het aanbieden van de formule kon staken. In de andere kwestie bepaalde de rechter dat de franchisenemers hun franchiseovereenkomst konden ontbinden na de aangekondigde staking, ondanks dat deze staking pas na enkele jaren zou plaatsvinden. 

Het eerste voorbeeld betreft een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam in een kort geding. In deze kwestie had een franchisegever alle franchisenemers bericht te gaan stoppen met het aanbieden van een bouwmarktformule. De franchisenemers van deze formule zouden kunnen overstappen naar een andere bouwmarktformule. 

De franchisegever heeft met de franchisenemersvereniging onderhandeld en op basis daarvan is een transitieregeling overeengekomen waarbij franchisenemers hetzij konden overstappen naar de andere formule, hetzij aanspraak konden maken op een afkoopsom. 

Met alle franchisenemers werd een regeling getroffen, behalve met één franchisenemer die twee vestigingen exploiteerde. Deze franchisenemer vorderde in kort geding nakoming van de franchiseovereenkomsten tot aan het einde van de looptijd. 

De rechter stelt voorop dat het uitgangspunt is dat partijen hun afspraken als opgenomen in de franchiseovereenkomst over en weer moeten nakomen. In dit geval oordeelde de rechter echter dat in redelijkheid geen nakoming meer van de franchisegever kon worden verlangd. Immers, aldus de rechter, de franchisegever had reeds met alle andere franchisenemers een regeling getroffen. Tevens had de franchisegever ruim van tevoren aangekondigd de formule te zullen beëindigen. De webshop zou dan ook op korte termijn uit de lucht gaan, omdat in grote delen van het land geen franchisenemers meer actief zijn, waardoor daar geen producten meer kunnen worden geleverd. Ook kan er geen inkoopvoordeel meer worden behaald vanwege het beperkte volume. 

Al met al oordeelt de rechter dat het in de lucht houden van de franchiseformule voor één franchisenemer met twee vestigingen onevenredig hoge kosten met zich meebrengt. Ook zou het praktisch onmogelijk zijn geworden om de overkoepelende reeds afgebouwde organisatie weer opnieuw op te bouwen. De rechter komt tot de conclusie dat nakoming blijvend onmogelijk is geworden en dat daarom geen nakoming kan worden gevorderd. Wel oordeelt de rechter dat de franchisegever schadeplichtig is, maar om de schade te verhalen zal de franchisenemer een bodemprocedure moeten starten. 

In een andere kwestie waarin de voorzieningenrechter te Utrecht zich over een staking van de formule uit heeft gelaten speelde het volgende. Eveneens was hier sprake van een bouwmarktformule waarvan de franchisegever aankondigde dat de ene bouwmarktformule zou stoppen en voortgegaan zou worden met de andere formule. 

De franchisenemers van de franchiseformule die werd gestopt werd te kennen gegeven dat hun franchiseovereenkomsten volledig zouden worden uitgediend. De franchiseovereenkomsten liepen nog meerdere jaren. Tevens werd de franchisenemers aangeboden over te stappen naar de andere formule, waarbij een bedrag van € 50.000,- ter beschikking werd gesteld voor de ombouw. 

Een zevental franchisenemers voelt niets voor de overgang naar de andere formule.  Tevens vrezen zij dat de franchisegever tekort zal gaan schieten bij het volledig nakomen van de franchiseovereenkomst. Zij ontbinden dan ook de franchiseovereenkomsten, nog voordat sprake is van een feitelijke tekortkoming. Tevens starten zij met een ombouw naar andere formules.

De franchisegever start een kort geding procedure en vordert nakoming van de franchiseovereenkomsten, stellende dat de ontbinding onterecht is. Immers, de franchiseovereenkomsten worden feitelijk nog nagekomen. 

De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de franchisenemers de franchiseovereenkomsten rechtsgeldig hebben kunnen beëindigen. Daartoe overweegt de rechter dat uit de hetgeen is aangevoerd blijkt dat voldoende aannemelijk is dat over ongeveer een jaar de meeste franchisenemers over zullen zijn gegaan naar de andere formule. Daarom ligt het voor de hand, aldus de rechter, dat de franchisegever zich niet of nauwelijks meer zal inspannen om de oude formule op hetzelfde niveau te houden. Kortom, de franchisenemers behoefden in dit geval niet af te wachten totdat de formule daadwerkelijk wordt afgebouwd, maar zij konden reeds lang voordat het te laat was afscheid nemen en kiezen voor een alternatief. 

Uit de twee bovenstaande voorbeelden blijkt dat een franchisegever (op termijn) een franchiseformule kan staken. In voorkomende gevallen kan een franchisenemer daarbij zelfs niet verwachten dat de franchisegever de franchiseovereenkomst uitdient. Aan de andere kant behoeven franchisenemers ook niet af te wachten tot een formule daadwerkelijk wordt afgebouwd. In mijn visie zal vaak sprake zijn van een glijdende schaal. Naar mate de einddatum van de formule nadert en het aantal franchisenemers afneemt, wordt de kans steeds groter dat een franchisegever tekort zal gaan schieten in de nakoming van de franchiseovereenkomst. Franchisegevers doen er daarom goed aan om de franchisenemers tijdig te betrekken bij de plannen zodat er nog voldoende tijd is om tot een vergelijk te komen.

Mr. R.C.W.L. Albers – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren?albers@ludwigvandam.nl

Remy Albers

Ludwig & Van Dam franchise advocaten is een geheel in franchise- en andere samenwerkingsverbanden gespecialiseerd advocatenkantoor en marktleider sinds 1996 in zijn soort in Nederland.

Stel je vraag aan Mr R.C.W.L. Albers
CAPTCHA